Een SPAANSE miljardair heeft een boete van € 52,4 miljoen gekregen en een gevangenisstraf van 18 maanden gekregen nadat hij een onschatbaar Picasso-kunstwerk uit Spanje had gesmokkeld.
Jaime Botin, een ex-bankier, werd betrapt met het hoofd van een jonge vrouw van de Malaga-kunstenaar (1906), die wordt gewaardeerd op meer dan € 26 miljoen.
De 83-jarige voormalige Bankinter-voorzitter, wiens familie Santander heeft gevonden, werd betrapt met het schilderij op zijn jacht.
Hij werd veroordeeld na een douaneonderzoek in 2015 op het Franse eiland Corsica, waaruit bleek dat hij met de Picasso op weg was naar Zwitserland.
Hoewel hij de eigenaar van het schilderij is, werd Boutin ervan beschuldigd het werk te exporteren om het te proberen te verkopen, een schending van een verbod op het exporteren van een kunstwerk van culturele betekenis voor Spanje.
Hij ontkent krachtig de beschuldigingen en beweert dat hij voor bewaring naar Zwitserland was meegenomen.
Aanklagers van de zaak beschuldigden Botin ervan de kapitein van zijn jacht te bevelen 'het voor autoriteiten te verbergen' toen het de haven van Valencia verliet.
Het is onwaarschijnlijk dat hij zijn tijd doorbrengt vanwege zijn leeftijd, huidige gezondheidstoestand en de wet in Spanje, die gewoonlijk eerste keer niet-gewelddadige overtreders gratie verleent die tot minder dan twee jaar zijn veroordeeld.
Het schilderij werd beschouwd als een stuk van 'Spaans nationaal belang' en kreeg een beschermde status, wat betekent dat het alleen door uitdrukkelijke toestemming van het Londense veilinghuis, Christie's, ooit verkocht kon worden.
In het licht van de rechtszaak is het schilderij nu overgedragen aan het bezit van de nationale staat.
